2. 3 Beperkingen en uitbreidingsmogelijkheden versterferfrecht in een testament

Wilsrechten

In een testament kunnen de wilsrechten van de kinderen worden beperkt of juist uitgebreid of kunnen kinderen geheel worden uitgesloten. Zo komen in het versterferfrecht alle goederen van de nalatenschap bij de langstlevende echtgenoot terecht. De kinderen krijgen hun erfdeel pas nadat deze ouder is overleden.

Soms gaat het om kinderen uit een eerder huwelijk. Hierdoor kan het gebeuren dat bezittingen via de stiefouder bij de stieffamilie terechtkomen. In zo'n situatie kunnen de kinderen hun eigen positie versterken. Dat kan door een beroep te doen op het wilsrecht. Dan krijgen zij goederen in eigendom ter waarde van de vordering die zij hebben op de langstlevende echtgenoot. Hoewel de kinderen dan eigenaar zijn, mag de echtgenoot deze goederen tijdens zijn leven wel zelf blijven gebruiken. Dat heet vruchtgebruik.

Verblijvingsbeding

Het verblijvingsbeding wordt vaak opgenomen in het samenlevingscontract en houdt in dat de langstlevende ongehuwde partner alle gezamenlijke zaken krijgt, zoals bijvoorbeeld de woning. Eventueel kan men in zo'n verblijvingsbeding laten opnemen dat de langstlevende een levenslang gebruiksrecht krijgt.

Het voordeel van het verblijvingsbeding is dat er in principe geen erfbelasting verschuldigd is, tenzij er een groot leeftijdsverschil of een van de partners lijdt aan een ernstige ziekte. Dan is het raadzaam bij de notaris een betaling van de 'langstlevende' partner aan de andere partner te laten vastleggen.

Uitsluitingsclausule

Door het opnemen van een uitsluitingsclausule in een testament wordt voorkomen dat hetgeen wordt nagelaten in de gemeenschap van de goederen komt van de begunstigde. Wanneer een kind gehuwd is in gemeenschap van goederen, komt het erfdeel ook toe aan de echtgenoot. Na echtscheiding heeft de ex-echtgenoot recht op de helft van de goederen, inclusief de ouderlijke erfenis. Of wanneer iemand iets persoonlijks wil nalaten en die persoon is getrouwd in gemeenschap van goederen. Dan wordt het geërfde ook mede-eigendom van zijn/haar huwelijkspartner. Door zo'n uitsluitingsclausule komt de nalatenschap in het privé-eigendom van de begunstigde.