Opbaarhandelingen

Alle handelingen welke dienen om de overledene 'mooi' te maken zijn in principe aan een ieder toegestaan, mits dit gebeurt met toestemming van de nabestaanden.

Specifieke toestemming is nodig indien een van de 4 hieronder beschreven handelingen wordt uitgevoerd.

  • Transplantatie

    Nabestaanden moeten voor gehele ontleding, sectie en verwijdering van lichaamsdelen t.b.v. transplantatie schriftelijk toestemming geven, tenzij er door de overledene een codicil voor organen/weefsels of hersencodicil is gemaakt.
  • Pacemaker verwijdering

    Nabestaanden moet hiervoor expliciet toestemming geven, daar dit niet gericht is op zo mooi mogelijk maken. Als er geen toestemming wordt gegeven mag overledene niet gecremeerd worden.
  • Overige speciale handelingen

    Sluiten van mond e.d., holle naald gebruik voor gassen verwijdering, hechtingen e.d. ten behoeve van bijvoorbeeld restauratie verkeers-slachtoffers. Voor deze handelingen is eenvoudige toestemming van nabestaanden nodig. Dit kan bijvoorbeeld door nabestaanden te vragen: " Stemt u in met het verrichten van deze handelingen, die nodig zijn om de overledene zo mooi mogelijk op te baren".
  • Thanatopraxie
    Voor deze handeling is eveneens een eenvoudige toestemming van nabestaanden nodig.

    Thanatopraxie is het tijdelijk conserveren van het menselijk lichaam na het overlijden. De ontbinding en bacteriegroei worden geremd, waardoor de overledene 'toonbaar' blijft. Er is geen infectiegevaar.
    De typische donkere vlekken verdwijnen, de huid krijgt een normale kleur en het lichaam een natuurlijke vorm. Zonder koeling blijft het lichaam bij normale temperaturen in die toestand bewaard tot het moment van de uitvaart.
    Uiterlijk tien dagen na de behandeling zal het natuurlijke ontbindingsproces op gang komen.